De belangrijkste HR-ontwikkelingen in 2023
Prinsjesdag is achter de rug. Dat betekent dat de kabinetsplannen voor 2023 bekend zijn. Tijd om de balans op te maken. Waar moet je als HR-professional rekening mee houden komend jaar? We hebben enkele belangrijke wijzigingen en ontwikkelingen op een rij gezet.
1. Aanpak krapte op de arbeidsmarkt
Om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken zet het kabinet in op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod. Aan werkgevers is een oproep gedaan om bijvoorbeeld betere arbeidsvoorwaarden te bieden, anders te werven en te kijken naar onbenutte deeltijders. Daarnaast gaat het kabinet zelf innovatie meer stimuleren, evenals meer uren uitwerken. Tenslotte zet het kabinet in op Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en verbetert het de aansluiting tussen initieel onderwijs en arbeidsmarkt.
2. Onbepaalde tijd contract wordt de norm
Het kabinet wil het aangaan van duurzame arbeidsrelaties stimuleren zodat werkenden meer werk- en inkomenszekerheid ervaren. Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd vormen de basis voor het organiseren van structureel werk. Een vaste baan heeft zowel voor de werknemer als werkgever voordelen. Het loont voor hen om in elkaar te investeren. Andere contractvormen worden waar dat nodig is beter gereguleerd, zodat ze niet meer gebruikt kunnen worden om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Het kabinet wil de positie van flexibele werknemers in tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten verbeteren, in lijn met de adviezen van de SER op dit punt. Over deze onderwerpen is het kabinet in gesprek met sociale partners.
3. Concurrentiebeding
Het gebruik van het concurrentiebeding blijkt zodanig breed dat het tot een ongerechtvaardigde beperking van de noodzakelijke arbeidsmobiliteit kan leiden. Met het oog op de problematiek en de door sociale partners gedeelde noodzaak om het concurrentiebeding te hervormen, is het voornemen een aanpassing van het concurrentiebeding nader uit te werken en vervolgens een voorstel tot aanpassing te doen. Het streven is om de Tweede Kamer hierover in 2023 te informeren.
4. Verhoging reiskostenvergoeding
Het voorstel is om de gerichte vrijstelling voor reiskostenvergoedingen met ingang van 1 januari 2023 te verhogen van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer. Hetzelfde geldt voor de zogenoemde compensatieregeling (in het kort: een hogere kilometervergoeding dan € 0,21 mag aan het eind van het jaar worden gecompenseerd met een lagere kilometervergoeding dan € 0,21). De reden van de stijging zijn de gestegen kosten voor openbaar vervoer en de auto. Met name de stijging van de brandstofkosten heeft de verhoging van de reiskostenvergoeding naar voren gehaald.
Werkgevers mogen natuurlijk altijd een hogere reiskostenvergoeding aan hun werknemers geven. Het meerdere boven het maximum zoals hiervoor beschreven, moet in dat geval ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling worden gebracht.
Een overzicht van alle maatregelen zijn terug te lezen op de site van de Rijksoverheid.